Hoe verbeter je de grond in je tuin?

Je verbetert je grond door compost, stalmest of champignonmest te gebruiken. Hier zitten allemaal organische stoffen in. Organische stoffen zijn afgestorven planten- of dierenresten. Dit strooi je over je grond. Dit activeert bacteriën, schimmels, regenwormen. Alles wat in de grond leeft, haalt zijn voedingsstoffen uit jouw eten.

Wat zit er in de grond?

Schimmels - Sommige schimmels leven in symbiose met de wortels van planten. Sommige planten kunnen alleen goed groeien als hun wortels in aanraking komen met schimmels. Dan pas kunnen ze de goede voedingsstoffen opnemen. Schimmels zijn belangrijk in de natuur, bijvoorbeeld voor de afbreking van oude planten- en dierenresten.

Bacteriën – Er zijn een aantal nuttige bacteriën. Zij kunnen stikstof uit de lucht omzetten in stikstofknolletjes. De bacteriën zetten de stikstofknolletjes vast op wortels van planten. Hierdoor kunnen zij extra voedingstoffen opnemen. Andere bacteriën kunnen zelfs antibiotica maken, zoals penicilline. Daardoor heeft de plant een goed afweersysteem tegen allerlei ziekten en plagen.
 

Regenwormen en humus

Regenwormen zijn heel nuttig voor in de grond van je tuin. Geef ze te eten met compost en de natuur doet zijn werk! Regenwormen hebben één lang darmkanaal. Wat er in gaat, komt er aan de achterkant weer uit. Dat wordt humus genoemd. Dit is belangrijk voor je planten in de tuin.

Humus houdt namelijk water en voedingsstoffen vast en brengt structuur aan je klei- of zandgrond.

Wormen graven gangen in de grond. Door die gangen stroomt het regenwater automatisch weg. Dat zorgt voor vermindering van wateroverlast. De haarwortels van planten nestelen zich in de gangen van de aarde en ze hechten zich daar. Hierdoor krijg je dikkere wortels en kan de plant zich dieper in de grond nestelen.

Een leuk weetje: regenwormen zijn zowel mannetje als vrouwtje. Hoe meer regenworpjes eruit komen, hoe meer humus er in je grond zit, hoe gezondere planten je krijgt. Je laat de natuur voor je werken.